Het volgende stuk staat in het vakblad voor dierentuinmedewerkers: 'De Harpij'. Editie 4 2018.
Op landgoed Hoenderdaell, in Anna Paulowna, werd al vanaf het begin een roofvogel demonstratie gehouden. Maar de publieke opinie veranderd. En vanuit verschillende vogelwerkgroepen in Nederland werd een folder gepresenteerd waarin werd samengevat wat volgens hen de grootste bezwaren waren met vogelshows.
Hun belangrijkste punten:
- Onnatuurlijk gedrag: vogels doen kunstjes, uilen vliegen overdag, de dieren kunnen in de traditionele huisvesting weinig natuurlijk gedrag vertonen.
- Kans op fauna vervalsing: in vrijevlucht shows ontsnappen wel eens vogels en er wordt vaak gewerkt met hybriden.
- Sensatie zucht versus educatie.
Het geven van een show en het op traditionele manier huisvesten van de roofvogels was niet meer te rijmen met de doelstelling (de dieren en hun welzijn staan centraal in het park) van Landgoed Hoenderdaell. Dus werd er in 2016 gestart aan de bouw van een nieuw roofvogel complex.
Grote volières waar alle vogels los in gehuisvest worden. Een met gaas overdekt show gebied en een educatieve show, gebaseerd op natuurlijke gedragingen. Al deze overwegingen resulteerde in de volgende bouwtekening.
Een nautilus gevormd complex met 25 volières variërend in grote. De grootste volière is 50 x 60 x 7m en de kleinste is 3 x 6 x 7m.
Deze verandering van huisvesten was voor de dierverzorgers een nieuwe uitdaging. De vogels kunnen zelf kiezen of ze mee doen of niet. En buiten bereik gaan zitten. De trainers moeten dus zo leuk zijn, dat de keus om naar hen toe te komen makkelijker wordt. De band tussen dier en trainer moet anders worden. In de oude situatie ging het meer om acceptatie; als ik bij jou zit gebeurt er niets. Nu moet er meer vertrouwen zijn; als ik bij jou kom gaan we leuke dingen doen en krijg ik beloond.
Hoe krijg je dit vertrouwen? Hoe laat je de dieren kiezen voor jou? Positive reinforcement training. Oftewel clickertraining. De roofvogels moeten we gaan trainen met een clicker. Of in ons geval, na veel wikken en wegen, een fluitje, puur om praktische redenen.
Deze manier van trainen laat de keuze bij het dier. Een dier kan een beloning verdienen door een bepaald gedrag te laten zien. Heeft het dier geen zin? Jammer voor de trainer!
In september 2017 begon ik bij Landgoed Hoenderdaell. Het moment waarop de eerste vogels naar de nieuwe volières konden. Maar de bouw was nog niet klaar. Door mijn ervaring met deze manier van trainen met o.a. zeezoogdieren kon ik de huidige trainers helpen met het omzetten van hun bestaande training naar positive reinforcement training. Daarnaast moesten ook alle vrijwilligers anders gaan leren trainen. Een extra uitdaging voor ons. Voor de vrijwilligers hebben we theorie avonden georganiseerd en we hebben ze veel mee laten kijken.
Hoe pas je clickertraining nou toe bij roofvogels. Roofvogels grijpen hun eten vast met hun poten. Zeer sterke klauwen met scherpe nagels. Je kunt dus niet zomaar eten met de blote hand aangeven. De ‘oude’ vogels vliegen naar het voer toe, maar alleen als ze het zien. Hoe gaan we dit allemaal ombouwen? Ik schets hieronder een aantal situaties aan de hand van individuele voorbeelden om te laten zien hoe we dit gedaan hebben….
Nieuwe vogels die gelijk een volière in kunnen
Bij de nieuwe vogels die nog jong waren en gelijk een volière in gingen, konden we meteen met de nieuwe manier van trainen beginnen. We hebben het dan over de blauw gele ara’s (Ara Ararauna), de kuifcaracara’s (Caracara plancus), de aasgier (Neophron percnopterus), de zuidelijke hoornraven (Bucorvus leadbeateri) en drie van de zwarte wouwen (Milvus migrans). We konden dus gelijk beginnen met het introduceren van de fluit. Voor het geven van voer, bliezen we op het fluitje. Al gauw hadden ze die link gelegd. Als ik de fluit hoor dan krijg ik eten. Daarna zijn we ze een plaats gaan aanleren. Alleen als je op een bepaalde plek zit krijg je voer. Dus lokken we ze naar hun plaats, fluiten als ze erop zitten en geven hun beloning. Zo konden we ook vrij makkelijk de weegschaal en het komen naar de hand aanleren. Bij deze dieren kwamen we geen bijzondere problemen tegen. Niets anders dan je ook tegen komt als je zeezoogdieren op deze manier traint. Wel kwamen we allerlei mogelijkheden tegen. Door middel van belonen, kun je ze meer leren dan alleen maar naar het voer toe komen. Onder andere: sturen, bekers omgooien, target training, het aanraken van de vogel voor medische controle etc.
Nieuwe vogels die nog niet de volière in konden
Sommige nieuwe vogels kwamen al voordat alle volières af waren. Dit betekende dat we ze nog niet los konden gooien en dat we ze in eerste instantie toch op de sprengel moesten zetten. En dus moesten trainen op de echte valkerij methode. Eerst afdragen, dan aan de lijn vliegen en als laatste hopelijk losvliegen. Dit is een goede methode. Vooral als je veel tijd hebt en 1 vogel traint met 1 persoon. Echter wij kregen in korte tijd veel nieuwe vogels en wij werken met veel verschillende mensen (werknemers en vrijwilligers). Bij de meeste vogels die we binnen kregen leverde dit geen problemen op. De woestijnbuizerds (Parabuteo unicinctus) Frits en Harry gingen goed om met het afdragen en het vliegen aan de lijn. De zwarte wouw Brigitte vond het afdragen ook geen probleem. Echter bij Hans, de rode wouw (Milvus milvus) werkte het afdragen niet. Hans bleef erg onrustig. Afvliegen en paniek zo gauw hij spanning op zijn leertjes voelde en bij iedere nieuwe trainer werd het erger. Alleen als je eten op je handschoen had, bleef hij even rustig zitten tot het eten op was… Dan vloog hij af, was in paniek en wilde niet meer gaan zitten. Dus hier moesten we wat anders mee. Zo gauw het kon, hebben we hem op hoop van zegen (gaat hij wel voer aanpakken, komt hij überhaupt nog in de buurt) in een (lage) volière gezet. In het oude deel van het roofvogel verblijf, waren naast de spitshuizen ook 5 volières van ongeveer 4 x 3 x 2m. Toen er hier 1 vrij kwam mocht Hans erin. We gaan het op de nieuwe manier proberen: Fluit, beloon! Door het afdragen konden we al wel dichtbij genoeg komen om het voer aan te geven. We hadden toch iets bereikt! Toen Hans begreep dat als hij de fluit hoorde hij voer kreeg, zijn we de criteria aan gaan scherpen. Eerst was het criteria: als je blijft zitten krijg je voer. Nu werd het: als je dichterbij komt krijg je voer. Binnen een paar dagen (!) kwam Hans vrijwillig naar de handschoen. En bleef hij ook zitten als je geen eten meer had. Hij vond het leuk om bij je te zijn. Toen er weer een nieuwe (hoge) volière af was, kon Hans daarheen. En ook daar ging het goed. Hij bleef vrijwillig komen. We kunnen hem vrijwillig wegen en uiteindelijk zijn de leertjes afgegaan.
Oude showvogels die al op sprengel zaten
Bij de oude showvogels hebben we eigenlijk dezelfde methode gebruikt als bij Hans. Nadat de shows afgelopen waren, hebben we de vogels als eerste in een lage volière gezet. Zo gauw er vogels naar het nieuwe complex konden, schoof er weer een vogel door. Doordat er al jaren met de dieren gevlogen werd, waren ze niet bang voor mensen en de meeste pakte dan ook gewoon het voer aan. Hierdoor werd het aanleren van de fluit een stuk makkelijker. In eerste instantie laten we de riemen nog aan de vogel zitten. Gewoon voor de zekerheid!
Ondanks dat de vogels elke dag opgepakt werden en op de weegschaal gezet werden, was het niet voor alle vogels even vanzelf sprekend om vrijwillig op de weegschaal te gaan zitten. Jack, onze chiliarend (Geranoaetus melanoleucus) vond het bijvoorbeeld maar helemaal niks. Hem hebben we echt in stapjes naar de weegschaal moeten trainen. Eerst in de buurt van de weegschaal op de hand belonen. Daarna steeds een beetje lager met je hand. Uiteindelijk stapte hij zelf van de hand op de weegschaal. Daarna moesten we hem naar de weegschaal laten vliegen. Dit deden we eerst met zichtbaar voer. En later hebben we het voer weer weggetraind. Bij Jack kwamen we ook een ander probleem tegen. Jack begon erg veel te klauwen. Met de poten in je handschoen grijpen en niet loslaten. In eerste instantie dachten we dat het misschien met territorium te maken had. Echter toen we bij elkaar de training gingen kijken en filmen, zagen we dat het echt voer gerelateerd was. Als Jack de fluit hoorde, verwachtte hij voer. Als je dan met je handschoen (met voer) te snel op hem afkwam dan greep hij ‘het eten’. Zoals hij dat in de natuur ook zou doen. Toen we dit doorhadden zijn we zelf rustiger gaan belonen. En als Jack het rustig aanpakte kreeg hij een extra beloning. En dit hielp. Ook hem eerder voeren dan de andere vogels in de volières hielp hierbij. Hij werd behoorlijk opgefokt als hij de andere zag eten en hij moest wachten. Ook in de nieuwe volière moeten we hier rekening mee houden.
Een ander mooi verhaal is Jerom, de Europese Oehoe (Bubo bubo). Met Jerom werd al een tijd niet gewerkt. Hij zat in de muit. Hij mocht zoveel eten als hij wilde, zodat hij voldoende energie had om zijn verenkleed te vernieuwen. Toen hij hiermee klaar was en er een lage volière vrij kwam, mocht hij daarin. Omdat Jerom absoluut geen honger had wilde hij in eerste instantie het eten niet aanpakken. Hij ging zelfs bij ons weg. De eerste stap werd: rustig naar Jerom toe lopen. Gaat hij niet weg dan voer vlakbij leggen. Daarna moest hij het voer uit je hand pakken, als je het vlak voor zijn bek hield. Na ongeveer 2 dagen at hij uit de hand, als het geen moeite koste. Na 4 dagen begon hij wat moeite te doen voor het eten. Hij boog zijn kop om het eten aan te pakken. En binnen een week zette hij een stap om het eten te halen. Hij had nog steeds niet echt honger, maar hij ging toch meedoen. In eerste instantie moest hij het voer nog zien, om er iets voor te willen doen. Maar langzaamaan konden we ook dat weg trainen. We lieten steeds een kleiner stukje voer zien. En als hij dan kwam, dan kreeg hij een grote beloning. Al snel vloog hij in de lage volière van tak naar plaats, naar de weegschaal, naar de handschoen en weer naar de tak. Alleen door te wijzen en het woordcommando te zeggen.
Toen hij naar de nieuwe, hoge volière kon, heeft hij eerst een week bovenin gezeten. Hij wilde niet voor ons naar beneden komen. Te veel nieuwe prikkels. Maar toen hij aan de situatie gewend was, ging hij ook in de nieuwe volière doen wat hij daarvoor deed. Vrijwillig naar je toe komen, wegen en van tak naar stam vliegen.
Het resultaat.
Bij alle vogels die we nu met positieve beloning trainen zien we dat we ze op een hoger gewicht kunnen vliegen dan voorheen het geval was. Daarnaast werken ze harder doordat ze zelf meer controle hebben over de situatie. Allemaal positieve bijwerkingen van de nieuwe training.
Alle vogels zitten nu in de nieuwe volières. Maar het spannendste komt nog. Meedoen in de demonstratie. In de oude situatie zouden we met de vogel vast op de hand langs mensen en nieuwe situaties gaan lopen om ze daar aan te laten wennen. Onze vogels zitten niet meer vast. Als ze schrikken zijn ze weg. Gelukkig wel in een afgesloten gebied, maar toch. We moeten ze dus in stapjes laten wennen aan het show gebied. Elke kleine stap in het nieuwe gebied belonen.
Ook moeten ze leren om door de deur en/of het luik (boven in de volière zit een luik, waardoor de vogels het showgebied in kunnen) te vliegen. Het vliegen door de deur bestaat uit de volgende stapjes: -eerst belonen bij de deur als deze dicht is -dan belonen bij de deur als deze open is -en dan door de deur roepen. Voor sommige dieren een makkie. Met name de woestijnbuizerds die van nature al door smalle openingen tussen de cactussen vliegen is dit geen probleem. Maar voor Kappie, de Kapgier (Necrosyrtes monachus) bleek het moeilijker dan verwacht. Hij vloog in de oude situatie al vanuit de lage volière door de deur naar het show gedeelte. Maar de nieuwe deur, bleek een obstakel. En elke keer als er wat aangepast werd in het show gebied was het weer moeilijk. Maar door kleine stapjes te belonen, gaat ook Kappie door de deur het nieuwe show gebied in.
Het wennen aan publiek doen we ook in stapjes. Eerst proefshows, waarbij we zelf controle hebben over het aantal mensen op de tribune. Eerst 20, dan 30 dan 50 man. En waar we ook het volume van het show geluid kunnen controleren. Dit ging soepeler dan verwacht. Het maakte de dieren niet eel uit.
Op 17 mei 2018 hebben we onze eerste officiële vogeldemonstratie gedaan in het nieuwe Avitorium. Een demonstratie gebaseerd op natuurlijke gedragingen, die we aangeleerd hebben door middel van belonen. Een demonstratie waarbij alle vogels uit een volière vliegen en dus de keus hebben om mee te doen of niet! In de komende maanden zullen we deze demonstratie gaan uitbreiden en perfectioneren.
In oktober hebben we presentatie gedaan over dit onderwerp op het IMATA congres in Portugal. Het filmpje wat we daar hebbenlaten zien, kun je hier vinden.
Daarnaast heb ik voor Animal Training Academy een guest blog geschreven die iets meer in gaat op de training van de vrijwilligers. Deze kun je hier vinden. Hierin vertel ik dat het trainen van de dieren 1 ding is, maar dat het trainen van mensen soms nog een stuk lastiger kan zijn.